Op vrijdag 25 november presenteerde de examencommissie voor de examens Theoretische Kustnavigatie (TKN) de plannen voor een nieuwe opzet van het examen. Het is de bedoeling de exameneisen te vernieuwen, zodat er meer aandacht komt voor de nieuwste navigatie- instrumenten en -apparatuur. Namens de examencommissie presenteerde Luc Naudts de gedachten die de commissie heeft bij deze komende aanpassingen. Belangrijkste motivatie voor de commissie is dat een houder van een TKN certificaat in staat moet zijn om zelfstandig te navigeren op de Noordzee en de kustwateren van Noord Europa. Onder navigeren wordt in dit verband verstaan het plannen van de route voor een overtocht en het kunnen navigeren tijdens deze overtocht. Het dilema waar de leden van de commissie mee worstelen is dat je als schipper of navigator van een plezierjacht wat betreft de basis van de navigatie bijna net zo veel moet weten en kunnen als een stuurman aan boord van een kleiner zeeschip. Terwijl deze in een meerjarige opleiding het vak kan leren en er daarna elke dag mee actief is, heeft de pleziervaarder niet die (cursus)tijd en ook niet de kans om die praktijkervaring op te doen.
Ik ben benieuwd wat uw mening daarover is. Reageren kan onderaan dit bericht.
Helaas werden de nieuwe exameneisen zelf nog niet gepresenteerd. Het blijft dus nog even afwachten welke onderwerpen er bij komen en
waar accenten komen te liggen.
De commissie is voornemens om de nieuwe eisen in te voeren voor het december examen in 2012. Dat betekent dat in ieder geval het voorjaarsexamen op 12 april as. nog
volgens de huidige exameneisen zal zijn.
Lesmateriaal voor het examen TKN kunt u bestellen op de website van Vaarwinkel ...
Geachte, hierbij laat ik U mijn mening betreffende dit onderwerp.
BeantwoordenVerwijderen1. Het feit dat een pleziervaarder zich op zee wil bevinden in combinatie met de bezorgdheid om zijn eigen veiligheid en die van andere, stelt hem voor de keuze. De wet verplicht momenteel nog niemand om dit brevet te hebben.
2. Iemand die aan de veiligheid van zich zelf, zijn opvarenden en het schip denkt, moet terdege opgeleid worden. Dit kan enkel door een cursus op maat te geven die hem de tools moet aanreiken om hiermede met om te gaan.
3. Het feit dat de pleziervaarder minder ervaring heeft als een bemanningslid van een zeeschip, maakt in principe niets uit. Bij de ervaren persoon zit alles in zijn hoofd voorbereid en heeft het zeeschip meestal een zeer uitgebreid arsenaal aan controlemiddelen. De minder ervaren persoon zal dus meer tijd moeten steken in de voorbereiding van zijn tocht. Deze voorbereiding moet de risico’s tot een minimum beperken. Het is trouwens de routine van deze voorbereiding + het opvolgen van de navigatie onderweg die hem zijn ervaring zal geven.
4. Ik kan hier een extreem vergelijk maken met het rijbewijs. Iemand die net zijn rijbewijs behaal heeft loopt meer risico in het verkeer en zal om die reden zijn rijgedrag moeten aanpassen. De ervaren chauffeur zal veel sneller situaties kunnen overzien en inschatten. Uiteindelijk rijden ze allemaal in hetzelfde verkeer en moeten ze allen de verkeersregels kennen.
"Het dilema waar de leden van de commissie mee worstelen is dat je als schipper of navigator van een plezierjacht wat betreft de basis van de navigatie bijna net zo veel moet weten en kunnen als een stuurman aan boord van een kleiner zeeschip. Terwijl deze in een meerjarige opleiding het vak kan leren en er daarna elke dag mee actief is, heeft de pleziervaarder niet die (cursus)tijd en ook niet de kans om die praktijkervaring op te doen."
BeantwoordenVerwijderenIk denk dat een pleziervaarder uiteindelijk in dezelfde situaties als een stuurman van een klein zeeschip terecht kan komen en dan moet hij/zij ook weten hoe te handelen in die specifieke situatie.
En helaas is het zo dat een pleziervaarder minder vaak vaart en oefent dan een beroepsschipper.
Eigenlijk moet elke pleziervaarder gewoon regelmatig op (herhalings)cursus.
Ik vind het niet reeël dat een schipper/stuurman/navigator van een plezierjacht onder de 15 meter/of niet harder kunnen varen dan 20 km per uur even veel moet weten als een beroeps navigator , welke dagelijks z.n beroep uitvoert . Op deze manier wordt de pleziervaart erg te kort gedaan.
BeantwoordenVerwijderenHet examen TKN kan niet streng genoeg zijn. Niet om op het niveau te komen van een stuurman grote vaart.
BeantwoordenVerwijderenDat is geen vergelijking. De opleiding voor stuurman GV houdt ook in de belading, alle gangbare activiteiten aan boord, veiligheid en medische kennis enz. enz. Die opleiding duurt niet voor niets zo lang (afgewisseld met praktijk.)
Dan hebben we het ook nog eens over schepen van meestal minimaal 100mtr lengte.
Wat ik in de eisen voor het schip mis is een radar en het radarpatent. Een oversteek naar b.v. Engeland zonder radar is rijden op een snelweg met een blinddoek voor.
Onze praktijk opleidingen TKN behelzen dus altijd ook praktijk met radar. Al was het maar om de talloze obstakels te ontwijken als snelle schepen, booreilanden, windmolens in aanbouw enz. Vooral omdat een deel van de oversteek naar b.v. Engeland in het donker gebeurd.
Nog te doen als je een wolkenloze nacht hebt en een zicht van kilometers. Helaas hadden we ook dit jaar te maken met veel neerslag en zicht nul.
Dus...TKN dient zeer veel uitgebreid te worden zonder een misplaatst gevoel van veiligheid te geven.
Ook bij het certificaat TKN ontbreekt, evenals bij het vaarbewijs,de praktische oefening.
De vraag was waarom de opleiding bij de kleine beroepsvaart op zee drie jaar duurt en bij de jachtschippers alleen theorie zonder praktijk; en beiden kunnen met succes over steken en kust wateren bevaren.
BeantwoordenVerwijderenIs de achterliggende gedachte bij deze vraag: moet dat bij beroepsvaart wel 3 jaar zijn, de jachtschippers kunnen het toch ook met veel minder of is de achterliggende gedachte: dat kan nooit genoeg zijn voor die jacht schippers.
Beiden zijn niet goed.
We hebben het over heel andere schepen en heel andere verantwoordelijkheden.
Je vergelijkt ook niet de opleiding voor een 747 en een Piper Cup.
Het gaat hier in eerste instantie om het Navigeren. Dat kunnen beide categorieën in principe in theorie leren. In even veel lessen, als te minste het uitgangs kennisniveau gelijk is.
De praktijk bij jachtschippers is meestal dat men vervolgens als een postduif elke keer een stukje verder gaat.
Na wat tochten langs de kust gaat men over steken en uiteindelijk grote tochten maken.
Leerling stuurman op de kleine handelsvaart heeft niet de kans om met kleine stukjes van IJmuiden naar Scheveningen te beginnen en gaat onder leiding van de kapitein gelijk letterlijk het diepe in en bouwt zo zijn ervaring op.
Er is dus geen dilemma. Beiden werkt goed.
Uit ongevals statistieken blijkt nergens dat dit niet goed is.
Ik geef bij onze watersport vereniging al ruim 12 jaar les in vaar bewijs afgewisseld met TKN.
Iedereen die het grote water op gaat bij ons doet het ongeveer zoals hier boven omschreven. Met deze aantekening dat we jaarlijks een
inslingertocht maken naar afwisselend de UK, France of de Wadden. Daar kan de beginneling met eigen schip vertrouwen op doen.
Naar mijn mening is er dus geen dilemma. Vergeet niet dat het om twee onvergelijkbare eenheden gaat.
Vriendelijke groet,
Kees Temme.
Al 12 jaar opleider bij de WSV Noordschans.
NB. ik hoop dat de commissie die met het nieuwe TKN bezig is dat gaat baseren op de nieuwe techniek en elektronica.
Dan voorkom je dat leerlingen die nog nooit een passer hebben gebruikt eerst moet leren hoe zo.n apparaat uit de vorige eeuw werkt.