Een onderwerp waar wij het nog niet vaak over gehad hebben is dat van de (verplichte) markeringen op pleziervaartuigen. Er bestaan verschillende soorten van markeringen en ik zal trachten een zo compleet mogelijk overzicht te geven.
- Scheepsnaam en thuishaven: Traditioneel heeft elk schip een naam en ook heeft elk schip een thuishaven. Die laatste is de plaats waar uw vaste ligplaats is of in het geval van beroepsvaart de plaats die u als vestigingsplaats of plaats van inschrijving kiest. Scheepsnaam en thuishaven worden meestal ergens duidelijk leesbaar afgebeeld. Bijvoorbeeld de naam op de boeg en de thuishaven op de achtersteven. Voor de pleziervaart is het vermelden van scheepsnaam of thuishaven niet meteen verplicht, maar wel wenselijk. Als de thuishaven wordt soms de woonplaats van de eigenaar gekozen.
- Naam eigenaar en woonplaats: Het is verplicht om de naam van de eigenaar en zijn woonplaats ergens leesbaar op het schip te vermelden.
- Vlag: Elk schip voert de nationale vlag van het land waar het staat ingeschreven. Voor een plezierschip is dat het land waar de thuishaven ligt of waar de eigenaar woont. De vlag voert u in de achterstag, achtermast of op de achtersteven. In sommige landen, zoals Zweden is het verplicht om de vlag te tonen. U voert de vlag van zonsopgang tot zonsondergang.
- Registratie snelle motorboten: Een snelle motorboot is een schip dat op de motor sneller dan 20 kilometer per uur kan varen. U moet dan een vaarbewijs hebben en het schip moet geregistreerd worden. U krijgt dan een registratienummer en dat moet leesbar aan beide zijden van het schip vermeldt worden.
- Inschrijving in het kadaster: een schip kan als registergoed in het Kadaster ingeschreven worden. Het schip krijgt dan een uniek nummer en dit nummer moet vast op het schip worden aangebracht. Het mag niet makkelijk zijn om dit nummer te verwijderen. Een ingeschreven schip kan alleen via een notaris overgedragen worden en het is mogelijk om een scheepshypotheek op het schip te vestigen als onderpand voor een lening.
- CE-Keurmerk: Sinds 1998 is de Wet Pleziervaartuigen van kracht voor pleziervaartuigen tussen de 2.5 en 24 meter. Elk pleziervaartuig dat na 1998 is gebouwd moet aan de Europese veiligheidsnormen voldoen en zijn gebouwd volgens de eisen van de Wet Pleziervaartuigen. Is dat het geval dan wordt het vaartuig gemerkt met een CE-markering. Dit geldt ook voor vaartuigen die van buiten de Europese Unie worden geimporteerd. Elk pleziervaartuig van na 1998 moet dus zijn voorzien van een CE-Keurmerk. Alleen een schip dat u zelf bouwt hoeft niet aan deze eisen te voldoen, maar u mag dit schip pas na 5 jaar verkopen. Importeert u zelf een schip dan is het erg lastig om het daarna te verkopen als het geen keurmerk heeft.
- Werfplaatje: Een schip dat is gebouwd onder CE-Keurmerk moet een aanduiding van de werf hebben. Werfgebouwde schepen hebben meestal een bouwnummer en een plaatje van de werf waar het gebouwd is. Pas na 1998 is dat verplicht en moet het plaatje aan de eisen van het CE-Keurmerk voldoen. Een werfplaatje wordt ook wel bouwplaatje genoemd.
- CIN code (Craft Identification Number): Dit is een uniek nummer voor een onder CE-Keurmerk gebouwd schip. Dit nummer moet aan stuurboordzijde op de spiegel van het vaartuig zijn aangebracht; Voorheen werd dit nummer de HIN-code (Hull Identification Number) genoemd.
- Handboek: Een schip gebouwd onder CE-Keurmerk moet een handboek of gebruikershandleiding hebben.
- Verklaring overeenstemming: Bij een schip met CE-Keurmerk hoort verder nog de verklaring van overeenstemming waarin wordt aangegeven dat het schip onder CE-Keurmerk is gebouwd en in welke klasse het valt.
- Certificaat van Onderzoek: Vanaf januari 2009 moeten pleziervaartuigen van 20 meter en langer bovendien een keuring ondergaan ter verkrijging van een "certificaat van onderzoek". Het betreft allerlei technische eisen waaraan het schip moet voldoen volgens Europese richtlijnen. Denk aan zaken als reddingsmiddelen, scheepsromp, machinekamer, waterdichte schotten, vluchtluiken, gekeurde gasinstallatie, manoeuvreereigenschappen en stuurinrichting. Het certificaat wordt in Nederland afgegeven door de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Voor bestaande schepen geldt tot 2018 een overgangsregeling om alles technisch in orde te maken of in aanmerking te komen voor een versoepeling van de regels als "bestaand schip".
Het jaar 1998 is in dit verband dus een erg belangrijk jaar. Elk pleziervaartuig dat na 1998 is gebouwd moet een CE-Keurmerk hebben en is ingedeeld in een CE klasse (A voor de Oceaan tot en met D voor kleine binnenwateren). Ook elk schip dat na 1998 van buiten de EU is geimporteerd moet een CE-Keurmerk hebben. Een schip van na 1998 (ver)kopen zonder CE-Keurmerk is niet toegestaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Schrijf uw reactie. Na controle wordt deze op de website geplaatst.
Een reactie schrijven is eenvoudig:
Hou het kort een zakelijk. Geef duidelijk uw eigen mening en ervaringen. Welke informatie kunt u aan andere lezers geven die voor hen belangrijk kan zijn? Gebruik geen slechte of kwetsende woorden, geen onjuistheden en vermeld geen persoonlijke (contact)gegevens.
Stel hier geen vragen. Als u ons iets wilt vragen klik dan hier ...
Alle reacties worden eigendom van Vaarwijzer.