Een gezegde waar maar weinig tegen in te brengen is; meten is weten. Zoals u wellicht nog weet staat ons nieuwe redactieschip momenteel droog en zodra wij de kans zien rijden we richting Leiden om te klussen. Op Facebook hebben we een pagina waar u de vorderingen kunt volgen. Klik hier ...
Bij het plannen van de overtocht van Loosdrecht naar de jachtwerf bij Leiden kwamen steeds dezelfde vragen terug. Kunnen wij onder die brug door? Is dat vaarwater wel diep genoeg? De ANWB Waterkaarten, de ANWB Wateralmanak deel 2 of de ANWB Waterkaart Software geven wel aan hoe hoog een brug bijvoorbeeld is, maar niet wat uw doorvaarthoogte bijvoorbeeld is. Doorvaarthoogte, diepgang, lengte en breedte van uw schip moet u zelf te weten zien te komen. Lengte en breedte zijn meestal wel bekend en staan in de documentatie van uw schip. De normale diepgang ook, maar deze kan voor en achter nog wel verschillen en is ook afhankelijk van hoe vol de tanks zijn en of de voorraadkasten vol zijn met een voltallige bemanning. Als het krap wordt kan die 5 cm meer of minder toch wel veel uitmaken. Gelukkig is het meestal niet zo kritiek. De doorvaarthoogte is meestal ook wel bekend en varieert omgekeerd evenredig met de diepgang. Ook hier is het dus zaak om een veilige marge aan te houden. Anders wordt het als u met een voor u onbekend schip gaat varen. Zorg dan dat u deze essentiële gegevens voor vertrek bij de hand heeft. En bij twijfel; nameten.
Op ons redactieschip zat ik wat dat betreft met een puzzel. De doorvaarthoogte was niet bekend. De diepgang wel en de lengte en breedte dacht ik ook. Dat stond immers in de advertentie en het koopcontract. Dat dacht ik dus. Tot de vorige eigenaar mij nog een kopie zond van de advertentie van de makelaar waar zij 22 jaar eerder ons schip hadden gekocht. Hierin stonden andere getallen voor lengte, breedte, waterverplaatsing en gewicht. Aangezien verdere documenten ontbreken is de vraag wat dan de juiste gegevens zijn?
Omdat de doorvaarthoogte op het binnenwater het meest kritiek is, heb ik deze in het water in de box in Loosdrecht voor vertrek even zelf opgemeten. Nu is een schip meestal geen rechte doos en kan het meten best lastig zijn. Eerst heb ik op het oog staand naast het hoogste punt gemeten tot op de waterlijn. Daarna heb ik vanaf de waterlijn langs de romp naar boven tot het dek gemeten, vervolgens van dek tot de eerste rand van de opbouw, toen van daar tot het dak van de stuurhut en tenslotte nog het stukje van de mastvoet dat daarbovenuit steekt. Opvallend was eigenlijk dat beide manieren op ongeveer (+ of - 10 cm) een gelijke doorvaarthoogte uitkwamen. Tijdens de overtocht naar Leiden zijn we een paar vaste bruggen gepasseerd. Omdat de doorvaarthoogte van die bruggen bekend is konden wij terwijl we onder de brug doorvoeren redelijk inschatten of de eerdere metingen goed waren. Wij hadden inderdaad de hoogte voorzichtig geschat en zaten dus te hoog. Naar mate we verder kwamen konden we met steeds meer vertrouwen lagere bruggen pakken.
Nu de boot op de kant staat heb ik voor de zekerheid ook maar even de lengte en breedte opgemeten. Deze bleken conform de opgave in de oude advertentie, terwijl in de opgave van de oude eigenaar waarschijnlijk de houder van de vlaggenstok was meegenomen. Op de kant is opmeten vrij gemakkelijk, mits uw schip met de waterlijn redelijk waterpas staat. Alleen goed te doen, maar met zijn tweeën nog makkelijker. Neem een dunne lijn en knoop aan het einde een zwaar voorwerp. Niet te groot. Een ringsleutel of flinke schroevendraaier met een oog in het handvat is prima. Hang deze lijn van de voorpunt tot het gewicht net niet de grond raakt. Plak de lijn eventueel met tape extra vast op het voorste puntje van de verschansing, romp of railing. Met een stukje krijt zet u een streep op de plaats waar het gewicht boven de grond hangt. Een schroevendraaier als gewicht is dan handig omdat de punt een mooie aanwijzer is. Doe dit ook aan de achtersteven en op de plaats waar uw schip het breedste is. Daarna kunt u met een rolmaat de lengte en breedte van uw schip nauwkeurig opmeten. De diepgang meet u ook langs de lijn die door het gewicht loodrecht naar beneden hangt.
De doorvaarthoogte opmeten blijft lastiger. Het mooiste is een lange rechte stok of lat naast uw schip te plaatsen. Loodrecht op de waterlijn (en de grond). Leg vervolgens een lat over het hoogte punt en met een haakse hoek zorgt u dat deze haaks op de lat naast u schip staat. Vandaar naar beneden meten tot de waterlijn. Later telt u daar dan eventueel de lengte van de mast ten opzichte van het gemeten hoogste punt bij op.
Een laser waterpasinstrument is heel handig om hoogtes van je boot te meten, een lat die je zo recht mogelijk neerzet, monteer daar de laser aan en je 'pikt' zo de hoogtes op van je boot. Zet een teken van bijvoorbeeld de kruiphoogte op de lat (op de hoogte van de laser straal) en meet 'm op de lat op. Mijn 'hobby' uitvoering was een paar tientjes maar is verbazend nauwkeurig en thuis ook heel handig.
BeantwoordenVerwijderen