Met ingang van 1 januari 2016 werden een aantal wijzigingen in het Binnenvaart Politiereglement (BPR) van kracht. Sinds die dag schreven wij elke week over één of meerdere van deze wijzigingen. Inmiddels is het maart en nog zijn niet alle wijzigingen aan bod geweest. Deze week sluiten we de reeks af met twee kleinere wijzigingen die minder relevant zijn voor de recreatievaart.
Ligplaats kan worden aangewezen voor een type schip
Bij zogenaamde bijzondere ligplaatsen voor schepen kon alleen onderscheid worden gemaakt tussen ‘schepen’ en ‘duwvaart’. Nu is het ook mogelijk om door middel van een onderbord aan te geven dat een bijzondere ligplaats alleen bestemd is voor bepaalde type schepen. Hierbij kan worden gedacht aan ligplaatsen alleen voor containerschepen of alleen voor tankers. Hiervoor is artikel 7.05 lid 4 van het BPR aangepast.
Bijzondere ligplaatsen zijn ligplaatsen aan een vaarweg waar ligplaats nemen verboden is. Deze ligplaatsen worden aangeduid met speciale borden. Met de nieuwe regel is het dus mogelijk om deze bijzondere ligplaatsen specifiek voor een bepaalde groep schepen aan te wijzen. Dus zeg maar speciale "doelgroepparkeerplaatsen" waar verder een parkeerverbod geldt.
Hoewel het hier gaat om ligplaatsen bestemd voor de beroepsvaart wordt u voor het examen Klein Vaarbewijs 1 wel geacht de betekenis van deze borden (BPR Bijlage 7, borden E5.4 tot en met E5.15) te kennen en moet u ook weten hoe onderborden gebruikt worden.
Maximaal toegestane afmetingen zijn niet langer opgenomen
In bijlage 13 stonden de maximale afmetingen die gelden voor schepen die mogen varen op bepaalde vaarwegen. Sinds 1 januari 2016 is bijlage 13 komen te vervallen en opgevolgd door de Regeling communicatie en afmetingen rijksbinnenwateren. Deze regeling is gelijktijdig in werking getreden.
De gedachte hierachter is dat deze losse ministeriële regeling flexibeler werken mogelijk maakt omdat zij los van het BPR sneller en gemakkelijker aan te passen is. Hoofdstuk 9 van het BPR bevat bijzondere bepalingen voor de scheepvaart op de in beheer bij het Rijk zijnde vaarwegen en op andere met name genoemde vaarwegen. Welke die laatste vaarwegen zijn staat in bijlage 10 van het BPR. Artikel 9.02 geeft de overheid de mogelijkheid om in een ministeriële regeling maximaal toegestane afmetingen voor een bepaald vaarwater of kunstwerken als bruggen en sluizen in te stellen. In dit artikel staat niet hoe deze ministeriële regeling genoemd wordt, maar dat is dus de Regeling communicatie en afmetingen rijksbinnenwateren geworden. In deze regeling niet alleen de toegestane maximale afmetingen op bepaalde vaarwegen, maar ook bepalingen ten aanzien van de communicatie, uitluisteren en het melden op de binnenwateren. Deze regeling is uitsluitend van toepassing op bepaalde bedrijfsmatige gebruikte vaartuigen, zoals schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren, zeeschepen die op het binnenwater varen of bijvoorbeeld grotere binnenvaartschepen. Dergelijke schepen zijn verplicht tot uitluisteren van de marifoon op de aangewezen kanalen en verplicht tot het melden van bepaalde gegevens bij de verkeersbegeleiding van het vaarwater waar men vaart.
Artikel 9.02 van het BPR behoort niet tot de voorgeschreven leerstof voor het examen Klein Vaarbewijs 1.
Artikel 9.02 is inderdaad niet opgenomen in de afbakening; artikel 9.07 echter wel gedeeltelijk, namelijk lid 4. Deze luidt:
BeantwoordenVerwijderen4 De in het tweede lid bedoelde uitluister- en communicatieplicht is tevens van toepassing op een klein schip, wanneer het de in het derde lid bedoelde stoffen vervoert, of wanneer het een klein schip betreft dat is uitgerust met een marifooninstallatie.
Dus een klein schip (ook als het geen gevaarlijke stoffen vervoert), moet wel aan de regels uit art. 9.07 voldoen. Lid 2 zegt (en verwijst naar lid 1, daarom heb ik ze beide opgenomen)
1 Een groot schip van een door de bevoegde autoriteit aangegeven categorie, een bijzonder transport, een drijvende inrichting en een drijvend voorwerp waarvan het verplaatsen klaarblijkelijk geen hinder of gevaar voor de scheepvaart en geen schade aan de kunstwerken kan veroorzaken, melden zich op de door de bevoegde autoriteit aangegeven wijze, overeenkomstig de daartoe gestelde regels.
2 Een in het eerste lid bedoeld groot schip, luistert op de in bijlage 9 en bijlage 10 genoemde vaarwegen uit en neemt zonodig deel aan de ter plaatse gevoerde communicatie op het door de bevoegde autoriteit aangewezen marifoonkanaal, overeenkomstig de daartoe gestelde regels.
Hierin staat dus dat ook een klein schip zich op de aangegeven VHF-kanalen op de daartoe gestelde regels moet melden. Die regels staan o.a. in de Regeling communicatie en afmetingen rijksbinnenwateren . Het gaat dus te ver om te stellen dat de regeling alleen voor bedrijfsmatige vaart is.
Mijn stukje gaat over artikel 9.02 en de nieuwe regeling. Niet over BPR artikel 9.07.
VerwijderenBPR artikel 9.07 lid 4 gaat expliciet over de uitluister- en communicatieplicht. Niet over de meldplicht.
Nergens in BPR artikel 9.07 lid 1, 2 en lid 4 zie ik een verwijzing staan naar BPR artikel 9.02 En ook staat in artikel 9.07 geen verwijzing naar de nieuwe regeling.
Dus mijn stelling dat 9.02 niet nodig is voor het Klein Vaarbewijs 1 klopt, want het staat letterlijk zo in de exameneisen. De examencommissie probeert de exameneisen zo compleet mogelijk te houden en naar elkaar verwijzende bepalingen dan ook in de exameneisen op te nemen.
Maar ... sinds vrij kort is de examencommissie van mening dat er ook kleine schepen bestaan waarmee bedrijfsmatig met een klein vaarbewijs gevaren mag worden en dat men dus ook mag vragen over situaties die voor dergelijke schepen gelden. Er kunnen kleine schepen zijn die gevaarlijke stoffen vervoeren en dan dus wel onder de meldingsplicht vallen. Het wordt dan alleen wel erg theoretisch én de commissie krijgt al zo vaak te horen dat ze het soms wel erg ver zoeken, dat ik mij niet kan voorstellen dat men over dergelijke gevallen een vraag gaat stellen.
Dan is er ook nog BPR artikel 4.05 lid 8 (en lid 4) waarin de uitluister- en communicatieplicht ook voor kleine schepen met een marifoon feitelijk als is geregeld en wat wel bij de examenstof Klein vaarbewijs 1 hoort. Daar is de nieuwe regeling niet voor nodig.
Overigens vind ik het wel een omissie dat in artikel 9.07 lid 1 slechts naar "een door de bevoegde autoriteit aangegeven categorie" gewezen wordt en je maar moet gissen welke schepen dat dan zijn, terwijl die groepen schepen in de nieuwe regeling expliciet benoemd zijn. Misschien dat men dit hier over het hoofd gezien heeft.
En om het dan helemaal makkelijk te maken verwijst artikel 9.07 lid 5 nog weer naar een ander besluit.