In het Binnenvaart Politiereglement (BPR) staat dat als u de stuurboordszijde van het vaarwater volgt u in veel gevallen voorrang heeft op schepen die dat niet doen. Bijvoorbeeld als u in een motorboot langs de stuurboordswal vaart en een tegemoetkomend zeilschip tegen de wind het vaarwater opkruist. In de volksmond wordt dit vaak vereenvoudigt tot "stuurboordswal heeft voorrang" én "niet stuurboordswal volgend heeft dus geen voorrang". Het eerste klopt in veel situaties. Het tweede niet.
Wie heeft er voorrang en waarom? Bob, want Kim houdt geen stuurboordswal. Kim, want bob houdt geen stuurboordswal en een zeilschip gaat voor een motorschip.
De vaarregels spreken niet over de stuurboordswal. De regels hebben het consequent over het wel of niet "volgen van de stuurboordszijde van het vaarwater".
De stuurboordszijde van het vaarwater is niet gedefinieerd in de vaarregels, maar betekent in ieder geval aan stuurboord van het midden van het vaarwater gezien in de vaarrichting van het schip. In de tekening aangegeven met de rode stippellijn.
Voor kleine schepen en vooral voor de pleziervaart geldt het advies om zo veel mogelijk stuurboordswal te varen. Dat is de meest veilige plek op het vaarwater, zeker als er ook beroepsvaart is. 'Ik volg de stuurboordwal en heb dus voorrang' is echter niet juist. De vaarregels zeggen dat als u aan stuurboordszijde van het vaarwater vaart in veel situaties (maar dus niet alle !) voorrang heeft. Dus in de hier getekende situatie heeft Bob voorrang op Kim. Hij vaart aan de stuurboordszijde en zij niet.
Niet elk schip kan straks langs de stuurboordswal varen. Bijvoorbeeld omdat het daar voor het schip niet diep genoeg is of omdat het schip een hogere mast heeft en er takken van bomen over de kant hangen. Het is niet aan de andere scheepvaart om te bepalen hoe dicht uw schip langs de stuurboordwal moet varen. Dat bepaalt u. U weet immers als het goed is waar u kunt varen rekening houdend met diepgang, masthoogte etc.. Het advies is en blijft wel om altijd zo veel als mogelijk de stuurboordswal aan te houden.
Een ander voorbeeld. Nico en Mark besturen beiden een klein motorschip. Karin zeilt in een klein zeilschip. Wat is juist volgens de vaarregels van het BPR?
Nico vaart zeker aan stuurboordszijde en heeft dus op beiden voorrang? In ieder geval op Karin. Mark vaart echter ook aan stuurboordszijde, maar minder dan Nico. Heeft hij dan minder voorrang? Nee, want de regels zeggen immers niets over het meer of minder stuurboordszijde houden.
De vaarregels zeggen ook dat oplopen alleen mag als dit kan zonder gevaar. Door Nico op te lopen laat Mark minder ruimte voor Karin. Aan de andere kant hij heeft voorrang, want houdt nog steeds stuurboordszijde, dus als Karin de regels volgt dreigt er helemaal geen gevaar en is oplopen gewoon toegestaan. Het vaarwater lijkt voldoende breed voor Karin om op tijd overstag te gaan.
Uit de afbeelding kunnen we echter niet opmaken dat Mark het schip van Nico oploopt. Het is ook mogelijk dat Mark een diepstekende kiel heeft en dus wat ruimte houdt van de walkant waar hij weet dat het ondiep is. Nico in zijn ondiepstekende sloep wil sneller en besluit Mark aan de binnenkant in te halen. In dat geval is Nico dus het oplopende schip. De voorkeur is om Mark aan de andere kant op te lopen, maar daar vaart Karin. Oplopen aan de binnenkant is in deze situatie een goede oplossing. Karin kan op tijd overstag. Mark kan rustig koers en snelheid aanhouden en de weg is vrij voor Nico.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Schrijf uw reactie. Na controle wordt deze op de website geplaatst.
Een reactie schrijven is eenvoudig:
Hou het kort een zakelijk. Geef duidelijk uw eigen mening en ervaringen. Welke informatie kunt u aan andere lezers geven die voor hen belangrijk kan zijn? Gebruik geen slechte of kwetsende woorden, geen onjuistheden en vermeld geen persoonlijke (contact)gegevens.
Stel hier geen vragen. Als u ons iets wilt vragen klik dan hier ...
Alle reacties worden eigendom van Vaarwijzer.