Enkele maanden terug nam de Tweede Kamer een motie aan van D66 over het lozen van toiletwater door de pleziervaart. Directe aanleiding was het afbreken van de Elfstedentocht door zwemmer Maarten van der Weijden. Hij zou ziek zijn geworden door de slechte kwaliteit van het oppervlakte water en vormde daarmee de inspiratie voor D66 kamerlid De Groot om een motie in te dienen om de minister te dwingen het lozingsverbod voor de pleziervaart beter te handhaven.
Achteraf bleek dat Van der Weijden niet zo zeer ziek werd van de kwaliteit van het water, maar juist door het steeds inademen van de uitlaatgassen van de langzaam meevarende begeleidingsboten en boten van toeschouwers. Door weinig wind in de relatief smalle kanalen bleef deze vlak boven het water hangen.
Door de motie gedwongen kondigt de minister nu een deel van een pakket van maatregels aan. Op dit moment is het lozingsverbod voor de pleziervaart absoluut. Afvalwater van het toilet mag niet op het oppervlakte water geloosd worden. Dat betekent dat het op de één of andere manier opgevangen moet worden en aan de wal afgegeven moet worden of op open zee geloosd moet worden. In de praktijk blijkt dat lastig te handhaven omdat een overtreder op heterdaad betrapt moet worden. In de nu aangekondigde regels wil de minister het toestaan dat schepen die aan boord het toiletwater kunnen zuiveren dit dan wel mogen lozen. De huidige regels staan dat niet toe.
Op zich niets mis mee. In plaats van een vuilwatertank kan men straks dus ook kiezen voor een zuiveringsinstallatie aan boord. Er zitten echter een paar addertjes onder het gras. Installaties die aan de in de regels gestelde normen kunnen voldoen blijken nog niet te bestaan dus kan er ook geen prijs aan gehangen worden. De minister verwacht echter dat zij met deze regels het kip-ei probleem doorbreekt. Als de regels duidelijk zijn ontstaat er vraag naar dergelijke installaties en zal de industrie daarin willen voorzien. De vraag is of dat zo zal zijn. Ontwikkeling van nieuwe installaties is niet goedkoop en het gaat om een relatief gering aantal schepen. Onduidelijk is waarom de minister er bijvoorbeeld niet voor kiest om bestaande installaties die in de Verenigde Staten te koop zouden zijn (*) als uitgangspunt neemt. Bijkomend nadeel is dat de regels voorschrijven dat de installatie periodiek gecontroleerd moet worden door een erkend bedrijf, dat niet de producent mag zijn. Dus naast de aanschaf en installatie zijn er ook nog terugkerende kosten. Bij de invoering van het lozingsverbod in 2009 waren er ook nauwelijks installaties om de vuilwatertank te legen. Dat is inmiddels wel anders (zie hier …). Onbekend is echter hoeveel schepen een vuilwatertank hebben en hoe vaak zij gebruik maken van een dergelijke installatie. Als schippers massaal overstappen op een zuiveringsinstallatie zullen de havenexploitanten de investeringen in de afzuiginstallaties versneld moeten afschrijven en worden deze mogelijk zelfs weer weggehaald.
Het andere addertje onder het gras is toch wel dat de minister van plan is het lozingsverbod beter te gaan handhaven en daarvoor denkt aan een verzegeling van de afsluiter van het scheepstoilet. Tenzij men dus een goedgekeurde zuiveringsinstallatie aan boord heeft. En hiermee benadeelt zij niet alleen de kwaadwillende schipper zonder vuilwatertank, maar ook al die schippers die wel een vuilwatertank hebben en die ook altijd netjes laten afpompen bij een walinstallatie. Hoe dit deel van de regels er komt uit te zien is nog niet bekend gemaakt, maar ik kan u verzekeren dat straks alleen commerciële bedrijven die verzegeling mogen aanbrengen en dat die vervolgens om de zoveel tijd vernieuwd en gecontroleerd moet worden. De kosten zijn voor de eigenaar van het schip. En de al zwaar belaste handhavers op het water krijgen er een taak bij; elk schip controleren op de aanwezigheid van een boordtoilet en de verzegeling.
Voor de eerste stap; de regels voor een zuiveringsinstallatie is de internetconsultatie geopend. Probleem is dus dat deze consultatie echter niet gaat om de volgende stap de verzegeling en handhaving. Ondanks dat roep ik toch iedereen op om zijn of haar mening te geven.
Schoon oppervlakte water gaat ons allen aan, maar de manier waarop nu alleen de pleziervaarder er voor opdraait komt mij niet fair over. De binnenvaart mag nog steeds lozen en zo lang er nog op veel plaatsen overstorten van de riolering op het oppervlakte water lozen wordt de waterkwaliteit niet alleen door de pleziervaart bepaald. Misschien dat het goed is de markt eerst zijn werk te laten doen en te zien of de nieuwe zuiveringsinstallaties aan boord in de praktijk ook echt werken.
(*) De markt voor zuiveringsinstallaties op jachten is nog nauwelijks bestaand. Er zijn enkele leveranciers, maar over prijzen, normen ed. is maar mondjesmaat informatie beschikbaar. Kamerlid De Groot stelde in zijn motie dat zuiveringsinstallaties in de Verenigde Staten soms al verplicht zijn en daar dus gemeengoed zouden zijn. In Amerika bestaan inderdaad wel normen. Ook verder van huis in Australië en Nieuw Zeeland. Installaties zoals die nu op de markt zijn, zijn vooral voor superjachten bestemd en dus te groot voor het gemiddelde plezierjacht. De nieuwe regels gelden straks tot 24 meter. Of bestaan uit een behandelingsinstallatie in combinatie met een vuilwatertank omdat de behandeling van het afvalwater immers ook tijd kost. Hiermee komen deze installaties niet tegemoet aan wat de minister noemt als één van de nadelen van een vuilwatertank, namelijk de tank zelf en alle luchtjes die daarbij horen. Ook is maar de vraag of een boordzuiveringsinstallatie straks vrij is van dergelijke luchtjes. Iedereen die wel eens bij een rioolwaterzuivering is wezen kijken weet dat hier onder andere bacteriën voor nodig zijn, dat er reststoffen bij ontstaan en dat het niet altijd even fris ruikt. En voor andere oplossingen zijn vaak juist weer chemicaliën nodig.