Eerder sprak ik in deze nieuwsbrief al mijn verbazing uit over de steun die aan jachthaven exploitant uit Hellevoetsluis kreeg van branchevereniging Hiswa in zijn strijd tegen de in zijn ogen oneerlijke concurrentie door de gemeente in die plaats. Hellevoetsluis is een echte watersport stad. Diverse levendige verenigingen met grote vereniginghavens, enkele commerciële verhuurders van ligplaatsen en ook de gemeente die talrijke ligplaatsen verhuurd aan zowel vaste liggers als aan passanten. Die laatste was een doorn in het oog van een commerciële exploitant in de binnenhaven van de vestingstad. Alex de Boom is van mening dat de gemeente ligplaatsen te goedkoop verhuurd omdat niet alle kosten worden doorberekend. Zo rekent de gemeente volgens De Boom geen bedragen door voor de waarde van de grond, openen van de bruggen en het onderhoud aan de havens en vaargeul. Hierdoor is de gemeente goedkoper en wordt met gemeenschapsgelden oneerlijke concurrentie bedreven. De Boom kreeg keer op keer gelijk en de gemeente ging even zo vele keren in beroep. De Boom kreeg onlangs gelijk van het College van Beroep van het Bedrijfsleven in een hoger beroep dat de gemeente Hellevoetsluis aanspande tegen de Autoriteit Consument en Markt. Hierbij komt een eind aan de oneerlijke concurrentie tussen de gemeentelijke ligplaatsen en Marina Hellevoetsluis. HISWA Vereniging, ondernemersorganisatie van de jachtbouw en watersport, pleit voor een gelijk speelveld tussen ondernemers en gemeenten en roept overheden op zich te heroriënteren op haar taken.
Een zaak waar naar mijn mening toch wat haken en ogen zitten. Ten eerste kan ik uit eigen ervaring zeggen dat toen de gemeente de verhuur van onze, eerst commercieel verhuurde, ligplaats overnam de ligplaats juist duurder werd, terwijl de faciliteiten op de wal (douche en toilet) gesloten werden. Ten tweede is de betreffende jachthaven van De Boom, Marina Hellevoetsluis, gelegen achter een brug die door de gemeente wordt bediend en in een havenbekken dat er zo mooi bij ligt omdat de gemeente de kades ed. onderhoudt. Onbekend is of de gemeente de kosten daarvoor ook aan de marina doorberekent. En verder zijn er in de gemeente de verenigingshavens waar wachtlijsten zijn, juist omdat ze goedkope en goede ligplaatsen aanbieden. Gezamenlijk hebben de verenigingen vele malen meer ligplaatsen als de gemeente. Dus ook al wordt de gemeente duurder, de echte concurrentie komt uit een heel andere hoek. Onbekend is hoeveel ligplaatsen de gemeente feitelijk verhuurd. De ligplaatsen waar wij vroeger lagen en kwamen in beheer bij de gemeente na problemen met de exploitant en wij mochten er wel blijven liggen mits we accoord zouden gaan met het feit dat de gemeente op elk moment de huur ook weer op kon zeggen. Dus minder faciliteiten, minder rechten, maar de prijs ging ondanks dat wel omhoog. Toen wij navraag deden naar alternatieven bleek dat de gemeente eigenlijk helemaal niet zo veel ligplaatsen had om te verhuren. Zeker niet in verhouding met het grote aantal ligplaatsen bij commerciële verhuurders en verenigingen.
Marina Hellevoetsluis, voorheen Jachthaven Arie de Boom, was vroeger aan de andere kant van de binnenhaven gevestigd en was in de hoogtij dagen een begrip in de wijde omgeving. Toen de gemeente dat gebied wilde opknappen brak er kennelijk een lastige tijd aan met onder andere een gebrek aan investeringen in de faciliteiten. Uiteindelijk zijn partijen het eens geworden en is de haven van De Boom naar de overkant verhuisd, maar waar faciliteiten als stalling op de wal en onderhoud, reparatie en de grote botenloods niet meer terug zijn gekomen. In hoeverre er dus nog oud zeer in deze zaak meespeelt is niet bekend
De overheid moet beslist niet gaan ondernemen met gemeenschapsgeld en al helemaal niet als in de vraag al voorzien wordt door diverse (markt)partijen. Daar heeft de Hiswa helemaal gelijk in. En als de overheid ergens actief is dan moet zij dat transparant doen. Dus dat zij passantenplekken bijvoorbeeld relatief goedkoop verhuurd omdat de plaatselijke economie baat heeft bij bezoekers aan de gemeente. En dat baggerkosten van de haveningang niet worden meegerekend is naar mijn mening ook logisch, want ook als de gemeente geen ligplaatsen zou verhuren dan moet er nog steeds gebaggerd worden opdat de andere havens wel bereikbaar blijven. En de waarde van de grond is vaak een theoretische waarde, want pas als iemand die grond wil kopen of ontwikkelen heeft het een waarde. Veelal gaat het echter om stukken waar geen commerciële interesse voor is of die in afwachting van nieuwe plannen tijdelijk verhuurd worden met een zogenaamd 'schopcontract'.
De watersport als sector is niet gebaat bij oneerlijke concurrentie. Ook daar heeft de Hiswa gelijk in. Echter de sector is gebaat bij een zo laag mogelijke drempel om het water op te gaan. Dat betekent dus acceptabele kosten voor een dagje varen en acceptabele kosten voor het huren van een vaste ligplaats om zo de kosten voor het bezit van een schip betaalbaar te houden. Mede dankzij gemeenten die enkele ligplaatsen verhuren en investeren in voorzieningen om het watertoerisme te stimuleren en de in Nederland unieke structuur van veel verenigingshavens is de watersport in Nederland geworden tot wat het nu is. Te veel horen we de laatste jaren over vergrijzing en een verschuiving van 'bezit van een boot' als ideaal, naar waterrecreatie en af en toe eens een bootje voor een dag of een week huren. Nederlandse watersportbedrijven tellen internationaal nog een beetje mee dankzij de nog steeds grote thuismarkt en de watersportsector is belist meer dan het selecte groepje van toonaangevende (super)jachtbouwers. Naar mijn mening had de Hiswa de sector een betere dienst bewezen door samen met De Boom en de gemeente om te tafel te gaan om te kijken hoe de kosten voor De Boom wellicht ook omlaag zouden kunnen en hij zijn haven nog aantrekkelijker kan maken. En wellicht had De Boom dan voor de gemeente de verhuur van de verspreidliggende gemeentelijke ligplaatsen kunnen verzorgen.
N.B. Ons schip ligt al lang niet meer in Hellevoetsluis en de ligplaats is opgezegd. Ik heb dus geen persoonlijk belang bij bovenstaande anders dan het belang dat elke watersporter en watersportondernemer heeft in een gezonden en dynamische watersportsector.